słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

świnka po niderlandzku:

1. de bof de bof



Niderlandzkie słowo "świnka" (de bof) występuje w zestawach:

het is een jongen

2. bof bof



Niderlandzkie słowo "świnka" (bof) występuje w zestawach:

Van DALE ciało i zdrowie

3. het varkentje



4. varkentje



5. varken


Een koe zegt "boe" en een varken "knor".
De twaalf dieren van de Chinese dierenriem komen van elf diersoorten die in de natuur voorkomen, met name de rat, os, tijger, konijn, slang, paard, aap, haan, hond en varken, en ook de legendarische draak; ze worden als kalender gebruikt.